Echt geld. Wat is echt geld? Wel echt geld, is een schuldbewijs dat iemand krijgt in ruil voor een grondstof, een product of een prestatie, iets dat echt is.
In onze moderne economie is het organisatorisch eenvoudiger gebleken om die schuldbewijzen te institutionaliseren via een bankensysteem om de ruilhandel te faciliteren. Nu kopen we dus goederen (en diensten, dat is arbeid) met schuldbewijzen die we geld zijn gaan noemen.
Wie Rothbard (What has the Government done to our money) heeft gelezen weet dat de overheid al eeuwen met ons voeten rammelt waardoor de intrinsieke waarde van geld steeds maar verminderd is. We noemen dat inflatie. Inflatie is niet, wat men ons wil doen geloven, de stijging van de levendsduurte door het stijgen van de prijzen, nee, inflatie is het uithollen van de intrinsieke waarde van het geld tegenover de goederen en diensten.
Dat komt omdat de overheid een eenvoudige manier heeft gevonden om schulden en problemen op financieel vlak op te lossen door meer geld in omloop te brengen (op vandaag is dat allemaal virtueel, cijfertjes op computerschermen), het zogenaamde Quantitative Easing (QE). Als je aan QE doet, verhogen onvermijdelijk de prijzen, want tegenover de gelijk gebleven goederen stijgt plots de geldhoeveelheid. Dat is een natuurlijk proces. De geldhoeveelheid kan enkel stijgen als de toegevoegde waarde in een economie is gestegen, dit door arbeid te verrichten die meerwaarde inhoudt (belangrijke nuance, dus geen nepjobs), door planten of dieren te kweken (boeren, bosbouw) of door grondstoffen te ontginnen en te bewerken tot nutsobjecten.
Maar als we dus spreken van inflatie: het zijn dus niet de prijzen die stijgen, het is de waarde van het geld dat vermindert. De prijzen-uitleg is een misleiding door de overheid. Nu ja, die QE, daar is al veel over geschreven en de consensus is unaniem dat het de welvaart niet vooruithelpt, maar toch blijven de centrale banken het gebruiken, met veel poeha, als ‘ultiem redmiddel’. Het is misleiding. Want het wordt onder meer misbruikt om de overheidsschuld (in reële termen) te verminderen. Als je 10 jaar lang 2 % inflatie aanhoudt, kun je daarmee bijna 22% waardevermindering van je schuld bekomen. In termen van BBP, welk dan minstens nominaal stijgt met 22% bij min of meer gelijkblijvende condities, daalt je overheidsschuld dan met dat percentage. Leuk gevonden van de politiek.
Dat was de inleiding om de term ‘geld’ te plaatsen. Eigenlijk wil ik het hieronder hebben over het mechanisme van geld lenen.
Eender welke situatie waar je als entiteit geld leent aan een gereguleerde financiële instelling. Wat gebeurt er dan? Ten eerste, de leningenmarkt is gereguleerd. Dat wil zeggen dat er regels opgelegd zijn aan die firma’s in verband met totaal uitleenvolume versus reserves (beleggingen in portefeuille, kapitaal – correctie, kapitaal van beleggers). Moest een bank nu ongelimiteerd leningen uitschrijven, dan doet hij aan ongebreidelde QE. Daarom ook dat het uitleenvolume in toom moet worden gehouden; dit niet doen zou booms & busts veroorzaken, een veel te explosieve en volatiele economie, een situatie van continue explosieve groei en massale faillissementen waar je in een lange termijn visie geen baat bij hebt.
We denken als recent voorbeeld aan de Woningenmarkt in de VS na 9/11 (nog een voorbeeld dat de overheid & de financiële sector vooral misbruik maakt van het systeem.)
Als de bank u een lening toekent, dan presteert zij een aantal diensten. Een daarvan is uw solvabiliteit inschatten, uw mogelijkheid om het ontleende bedrag terug te betalen over termijn, wedersamenstellen heet dat. Ze moet ook de nodige reserves alloceren. Ze moet dus zorgen dat haar ratio’s in orde zijn, voor elk soort lening moeten volgens de regels opgelegde assets aanwezig zijn en dat is een vrij ingewikkeld intern kluwen. Het verwerven en aanhouden van die assets heeft ook zijn specifieke kosten, vandaar ook dat er intresten geheven worden. De makelaar verdient een commissie, dikwijls vermomd als ‘kosten’ of een andere omfloerste term, nu die mens moet ook leven.
Dus zo zit het. De bank construeert dus een soort van economisch-juridisch vehikel dat het mogelijk maakt op gecontroleerde wijze meteen geld ter beschikking te krijgen dat u pas later zult terug betalen. Eigenlijk geeft de bank u nu geld dat op dit moment nog niet echt bestaat, welk u later zult realiseren door dat terug te betalen aan de bank en dat u zelf heeft gerealiseerd door een activiteit die meerwaarde genereert. Dus de meme die veel auteurs op het internet opnemen, dat de bank geld ‘uit het niets’ bijmaakt, klopt. Met een nuance.
Op het moment dat de bank dit geld virtueel bijmaakt, creëert de bank een monetair onevenwicht. Inflatie. Want dat geld wordt door de ontlener gebruikt om goederen mee te kopen en wordt dan net als alle andere geld in de globale economie ‘geld’. Het is alsof het echt geworden is. Maar dat is het eigenlijk nog niet. Om die toestand recht te trekken, moet de ontlener dat bedrag dus – over termijn – hersamenstellen en het zo reëel maken. Hij moet het zijn meerwaarde geven. Boekhoudkundig is dit misschien het makkelijkst te visualiseren. De bank ontleent u geld en maakt daarbij een rekening met aan de ene kant het bedrag van de lening. De terugbetalingen worden afgeboekt op de andere kant van de rekening en op het einde van de rit heft links rechts op en is de balans in evenwicht. Het geld van uw terugbetalingen wordt dus niet door de bank opgesoupeerd, nee het verdwijnt want dat geld zit eigenlijk al in de economie. Met terugbetalingen geef je je eigen uitgaven uit het verleden waarde.
Dit is natuurlijk een eenvoudige micro uitleg maar op macro niveau werkt dit systeem, indien goed gemanaged, als onderdeel van het fractioneel bankieren, heel efficiënt en laat het toe een maatschappij gestaag maar zeker te groeien.
Natuurlijk kan ook dit systeem misbruikt worden. Wanneer risico’s verkeerd worden ingeschat en mensen leningen krijgen waarvan de risico-analyse zegt dat zij deze niet zullen kunnen terugbetalen, dan krijgen deurwaarders ook weer werk. Als er echter geen tastbare zaken te halen zijn (de vogel is gaan vliegen), dan blijft er enkel inflatie over. Als men zoals met de kredietcrisis die slechte leningen gaat herverpakken (securitisatie) en als belegging verkopen, schoont men als bank niet alleen zijn eigen balans op, maar is men ook van het risico af. Diegene die daarin belegt, al dan niet misleid door valse ratings, die is de pineut. Maar dat is voer voor een ander artikel.
Conclusie: als u geld leent van de bank, hebt u geen echt geld gekregen. Echt geld, dat maakt u zelf.